Ontsteek de bakens! - Vroegmiddeleeuws Friese kustverdediging
“De tiende keur is, dat de Friezen niet verder op heervaart behoeven te trekken dan oostwaarts tot de Wezer en westwaarts tot het Vlie en zuidwaarts niet verder dan dat zij des avonds weer thuis kunnen komen, zodat zij hun land tegen het noordelijk leger en tegen de zee kunnen beschermen.”Deze passage uit de Zeventien Keuren, een Oudfriese rechtstekst uit de late twaalfde eeuw, beschrijft een van de privileges die de Friezen volgens de overlevering van Karel de Grote hadden gekregen voor hun eerbetoon aan de Franken. Alhoewel de Zeventien Keuren zijn opgesteld om de Friese Vrijheid – de unieke positie van de Friezen buiten het feodale stelstel gedurende de hoge en late middeleeuwen – te rechtvaardigen en te verklaren, grijpt de tekst wel terug op een daadwerkelijke uitzonderingspositie die de vroegmiddeleeuwse Friezen hadden binnen het Karolingische rijk: de vrijstelling van de gebruikelijke heervaartsplicht om de Friese kustgebieden te beschermen. Dit bericht richt zich op de organisatie van de vroegmiddeleeuws Friese kustverdediging.