Spades! In het terpengebied zijn verschillende vondsten gedaan van spades, namelijk in Oostrum (Fr.) en Joeswerd (Gr.), en mogelijk ook uit Ezinge (Gr.). Kenmerkend voor deze werktuigen is dat zij gemaakt zijn uit één stuk eikenhout en een rechthoekig, licht taps-toelopend blad hebben. Deze laatste eigenschap is kenmerkend voor de spade: in tegenstelling tot een schep – die gebruikt wordt om te scheppen, dient een spade om te spitten. Het rechte, rechthoekige blad was om deze reden uitermate geschikt voor het steken van zoden en turf. Mogelijk werden de spades ook gebruikt voor het graven van sloten, het opwerpen van verdedigingswerken zoals ringwalburgen of landweren (een aarden wal met een met doornenhagen begroeide greppel) en later, het opwerpen van dijken. De originele spades zijn te bewonderen in de online collecties van het Fries Museum en het Groninger Museum.